Ferrari maakt indruk met nieuwe motor: 'Nog grotere stap qua vermogen dan in 2021'

Ferrari maakt een uitstekende indruk met haar nieuwe krachtbron tijdens de eerste testdagen van het 2022-seizoen. De Italiaanse renstal introduceerde een gloednieuw motorblok voor het aankomende seizoen en deze werkt vooralsnog naar behoren. Qua vermogen en betrouwbaarheid zijn er immers geen problemen te vinden.

Auto Motor und Sport meldt dat er sprake is van een nog grotere toename van vermogen dan een jaar geleden. Toen moest Ferrari een grote sprong zien te maken om het krachtsverschil te verkleinen met Mercedes en Honda. In 2020 had de Scuderia een achterstand van vijftig pk, terwijl dat in 2021 'nog maar' twintig pk was. Dat was een stap van dertig pk, wat suggereert dat de stap die dit jaar is gezet zeer riant is.

Door de nieuwe E10-brandstof is het misschien wel nog meer indrukwekkend dat Ferrari zo'n grote stap heeft weten te zetten met de nieuwe motor. Deze nieuwe en schonere brandstof zou zo'n twintig pk moeten kosten, maar Ferrari lijkt totaal geen hinder te ondervinden hiervan. In tegenstelling tot Mercedes, dat aangaf nog nooit zo hard aan een krachtbron te hebben gewerkt gedurende het afgelopen jaar.

Ferrari neemt risico, maar kent geen problemen

Ferrari lijkt niet alleen een motor met veel vermogen te hebben gebouwd: ook de betrouwbaarheid zit wel snor. De afgelopen twee testdagen in Barcelona hebben Charles Leclerc en Carlos Sainz in totaal 303 ronden gereden. Dat is meer dan ieder ander team en daarnaast rijden Leclerc en Sainz ook vergelijkbare afstanden per sessie. Kinderziektes zijn nog niet gevonden en als er wel een probleem gevonden wordt, is het snel opgelost.

Het risico dat Ferrari heeft genomen met haar nieuwe krachtbron, lijkt nu zijn vruchten af te werpen. De gedachtegang achter het risico dat het team nam, was om inderdaad zo'n grote stap te maken qua vermogen. Anders zouden betere prestaties uitblijven. Hoewel dit ten koste had kunnen gaan van de betrouwbaarheid, lijkt dat vooralsnog geen probleem te zijn. De testdagen in Bahrein, tussen 10 en 12 maart, zullen een beter beeld moeten scheppen over deze kwestie.