Visser hoopt tijdens sterk W Series-seizoen op meer: 'Endurance of Amerika zou tof zijn'

F1Maximaal bracht tijdens het raceweekend in Hongarije een bezoekje aan Beitske Visser. De 27-jarige Nederlandse kende een goed raceweekend in Boedapest. Ze was de snelste in de vrije training en werd tweede in de kwalificatie. De race sloot de coureur af met een derde plaats. Visser ging in gesprek over haar seizoen tot nu toe, haar toekomst in de autosport en de W Series in zijn geheel.

Visser is ook dit jaar bezig aan een sterk seizoen in de W Series. In Frankrijk wist ze zelfs poleposition te halen en na opnieuw een solide raceweekend in Hongarije deelt ze met concullega Alice Powell de tweede plek. De achterstand op leider Jamie Chadwick bedraagt 75 punten. Visser is gematigd tevreden over haar jaar tot nu toe. 'Het is een beetje dubbel, het kan natuurlijk altijd beter. Maar gezien het drama dat het vorig jaar was, gaat het zeker een stuk beter.'

'Ik voel me altijd wel goed in de auto, maar pole is zeker goed. Dus hopelijk kunnen we die lijn ook richting de races weten door te trekken.' Op de vraag of richting het einde van het seizoen de auto is waar ze hem hebben wil, antwoordt ze: 'Ja ik hoop het, we gaan ons best doen. Niet alles is even makkelijk om op te lossen. We hadden sowieso problemen met de banden, die kregen we niet goed in het window. En qua gewicht zit het ook niet helemaal goed.'

'Er zijn veel meer vette raceklassen dan de Formule 1'

De Nederlandse reed in het verleden in de ADAC Formel Masters, de Formule Renault 3.5 series, was een jaar onderdeel van de Red Bull Racing-academy en werd opgenomen in het opleidingsprogramma van BMW. Sinds 2019 neemt ze deel aan de W Series. Visser gaat verder in op haar toekomstplannen: 'Ik denk dat je in de autosport niks kan plannen. Je moet gewoon presteren en dan zie je wel wat voor kansen je krijgt.'

'Ik wil gewoon zolang mogelijk racen, zolang ik hard genoeg ga. Ik heb vanaf begin af aan nooit een budget gehad, ik heb altijd alleen maar kunnen rijden waar ik de kans kreeg. Gelukkig heb ik veel kansen gehad met teams die vertrouwen in mij hadden. Mijn doel is niet meer om in de Formule 3 ofzo te racen. Ik vind het endurance-racen vet, Amerika vind ik gaaf, maar de Formule E zou ik ook wel zien zitten. Dat zijn meer realistischere doelen voor mij (dan het halen van de Formule 1, red.). Daar ben ik meer op gefocust. Iedereen is blind gefocust op de Formule 1, maar er zijn veel meer vette raceklassen dan alleen die klasse.'

'Een zitje in de Formule 2 zou al dik twee miljoen kosten'

Vorig seizoen was Visser naast de W Series ook te bewonderen in het WEC, maar dit jaar behoort dat niet tot haar CV. 'Op dit moment heb ik alleen de W Series. Ik focus me nu hierop. Er moeten ook niet teveel clashes zijn tussen verschillende kampioenschappen, het liefst rijd ik wel meer dan één kampioenschap. Volgend jaar zien we wel weer wat de opties zijn.'

Toch zou een avontuur naast de W Series wellicht logisch zijn. Vrouwen in de motorsport krijgen een steeds groter podium en daarom valt te redeneren dat het voor zakelijke partijen lucratief kan zijn om Visser te sponsoren. Visser denkt te weten waarom het grote geld tot nog toe zo moeilijk van de grond komt: 'Het gaat niet om een sponsoring van een paar duizend euro natuurlijk. Een zitje in de Formule 2 zou al dik twee miljoen kosten. En je ziet ook dat de rijders in de Formule 1 miljoenen meenemen. Dan heb je het natuurlijk over hele andere bedragen.'

Tot slot is Visser erg te spreken over de W Series. De coureur is blij met het podium wat ze krijgt en de hulp die haar tegemoetkomt om haar racecarrière voort te kunnen zetten. Wel is er altijd ruimte voor verbetering. Zo werken de teams nu nog elke race met een verschillende engineer. Volgens Visser heeft dat zijn voor- en nadelen. 'Het is een heel verschil. Aan de ene kant kun je met één engineer het hele jaar een goede band opbouwen en zo betere resultaten halen. Anderzijds word je bij een wisselende engineer steeds zelfstandiger, omdat je meer zelf moet doen. Ik moet namelijk steeds in korte tijd een engineer zien te overtuigen van mijn favoriete werkwijze. Je leert daarnaast ook veel kennen over je eigen rijstijl en wat je zelf fijn vindt qua set-up aan de auto. Dus allebei de kanten hebben wel wat.'

Door: Bart Slabbekoorn, met dank aan Maurits Kappetijn